VISUAL SQUASH – INTEGREREN VAN DELEN
1. Identificeer het conflict en de delen die erbij betrokken zijn.
2. Laat het ene deel naar buiten komen en op een van beide handen plaatsnemen. Vraag naar visuele en kinesthetische submodaliteiten. Daarna het andere deel op de andere hand.
3. Scheidt de intentie van het gedrag “Wat is de bedoeling van dit deel?” Chunk up tot hoogste bedoeling / intentie. Herkader elk deel zodanig dat zij realiseren dat ze eigenlijk dezelfde intentie hebben.
a. Welke hulpbronnen heeft ieder deel die het andere deel goed kan gebruiken om nog effectiever te zijn?
b. Laat de beide delen opmerken dat ze ooit onderdeel zijn geweest van een groter geheel (“nu beide delen ontdekken dat ze dezelfde intentie hebben, kan het zijn dat jullie beiden ooit onderdeel waren van een groter geheel?”
4. Als de handen niet vanzelf naar elkaar toekomen: “Creëer (visualiseer) een derde deel met de gecombineerde hulpbronnen van beide delen. Plaats dit derde beeld tussen de andere twee.
5. Creëer een serie van visuele voorstellingen die de transformatie laten zien van ieder deel naar het centrale beeld.
6. Breng de handen samen en laat de delen op hetzelfde moment samensmelten.
7. Breng het geïntegreerde deel naar binnen.
8. Suggereer een ‘super deel’.
9. Test en Future Pace
INTEGREREN VAN DELEN – VISUAL SQUASH II
Procesbeschrijving:
1. Bespreek hoe de emotie wordt genoemd door het Subject. Gebruik vervolgens de naam die gebruikt wordt door subject. (backtracking).
2. Identificeer het conflict: “Neem de tijd om bij jezelf naar binnen te gaan. Als je zo ver bent, geef het dan even aan. Maak dan nu contact met het deel in jou dat staat voor …. (naam emotie) Of dat deel dat …. Vertegenwoordigd .. Of dat deel dat al die tijd het gestalte van … in stand heeft gehouden. (of als je met een beperkende overtuiging werkt : dat de beperkende overtuiging … (naam beperkende overtuiging) in stand heeft gehouden. )
Laat dat deel naar buiten komen en op je rechter of linkerhand plaats nemen, beide is goed. (Wanneer het deel op een van de handen staat vraag je direct naar de submodaliteiten.) Vertel eens, hoe ziet het deel eruit? – bijvoorbeeld kleur, grootte, vorm Voelt het op een bepaalde manier? – bijvoorbeeld temperatuur, gewicht (als het allemaal heel abstract blijft, vraag dan: “Hoe zie jij jezelf in dit beeld” of “wat is jouw relatie tot dit beeld?”) Bedank het deel dat met je communiceerde voor de bereidheid.
3. Vraag naar de flipside, de tegenpool ofwel de keerzijde van de medaille, van dit deel. Laat ook dit deel naar buiten komen en op de overgebleven had plaats nemen (Haal ook hier de submodaliteiten er uit).
4. Scheidt de intentie van het gedrag door middel van upchunken: Begin met het tweede deel: “Wat is de positieve bedoeling van dit deel?” of:
– Om wat te bereiken?
– Om waar te komen?
– Wat is de positieve intentie?
– Waar brengt het je?
– En wat geeft dat deel aan?
Chunk vervolgens op tot de hoogste intentie. Mocht het upchunken nog niet zo makkelijk gaan, gebruik dan de bron van onvoorwaardelijke liefde. Eventueel voeg je hier nog iets aan toe, aan deze bron, bijvoorbeeld helderheid of lucht. Je kunt ook aan Subject vragen, waar op dat moment behoefte aan is: “Waar heeft het deel op dit moment behoefte aan? Wat zou het deel op dit moment goed kunnen gebruiken?”
Met het andere deel doe je precies hetzelfde: upchunken tot de hoogste intentie van dit deel.
5. Als beide delen bij de hoogste intentie zijn aangekomen vervolgen we: “Nu beide delen ontdekken dat ze dezelfde intentie hebben, zou het dan kunnen zijn dat jullie beiden ooit onderdeel waren van een groot geheel? En dat jullie dit weten, zou het oké zijn om weer terug te gaan naar dat grote geheel?” (dit is een embedded command).
Meestal gaan de handen als vanzelf naar elkaar toe. Zo niet, dan kun je dit suggereren: “Merk maar op dat beide delen nu met elkaar samensmelten en integreren. Breng dat geïntegreerde deel maar naar binnen, terug naar daar waar het ooit vandaag kwam. Doe dit op jouw eigen manier.