OUTCOME MODEL: Model om effectief doelen te bereiken
Deel 1: Kader van het doel
Deel 2: Obstakel
Deel 3: Hulpbronnen
Deel 4: As if / doen alsof
Deel 5: Plan
DEEL 1: KADER VAN HET DOEL
Wat wil je?
– Wat wil je zijn in plaats van?
– Wat ontbreekt er in je huidige situatie? (geef huidige situatie aan)
– Hoe wil je verschillend zijn?
– Als je wist wat je wou, wat zou dat zijn?
– Wat zou je willen veranderen aan jezelf?
Bewijs
– Hoe zul je weten dat je doel is bereikt?
– Welke specifieke feedback zal jou laten weten dat je bezig bent met je doel te bereiken?
– Wat zul je zien, horen, voelen dat jou bewust maakt dat je dichter bij je doel komt en/of dat je je doel hebt bereikt?
– Hoe zul je weten dat je geen problemen meer hebt?
Context– Waar, wanneer en met wie wil je je doel bereiken?
– Wil je dat doel de hele tijd, met iedereen?
Ecologie
– Hoe zal dit resultaat jouw leven beïnvloeden t.a.v. familie, werk, vrienden, gezondheid?
– Hoe heb jij er voordeel bij als je het doel niet zult bereiken?
– Wat zijn de voor- en nadelen van het bereiken van het doel?
Het bijkomende resultaat
– Wat zal het bereiken van het doel voor je doen?
– Wat zal het resultaat zijn van het bereiken van je doel?
– Wat zal er anders zijn als je niet meer het probleem hebt
– Hoe zal het zijn als je je doel zou hebben behaald?
– Maak het zo dringend of aantrekkelijk mogelijk
DEEL 2: OBSTAKELS
Wat houdt je tegen om nu al het doel te hebben?
– Hoe houd jij jezelf tegen?
– Hoe weet je dat dit een probleem is? (interne staat)
– Wat doe je in plaats van dat wat je wilt doen? (extern gedrag)
– Wat zeg je tegen jezelf, welke interne beelden zie je? (intern proces)
Trigger / stimulus
– Hoe weet je dat je dit probleem hebt?
– Wat is de aanzet tot dit probleem?
– Wat zie of hoor je net voor het probleem begint?
Ecologie
– Hoe trek jij voordeel uit dit probleem of obstakel?
– Wat zal er gebeuren als je je doel bereikt?
– Wat zal er gebeuren als je je doel niet bereikt?
– Wat zal er niet gebeuren als je je doel bereikt?
– Wat zal er niet gebeuren als je je doel niet bereikt?
DEEL 3: HULPBRONNEN
– Welke hulpbronnen of vaardigheden heb je al die jou behulpzaam kunnen zijn?
– Welke andere hulpbronnen of vaardigheden heb je nodig?
– Welke zou je kunnen aanleren?
– Ken je iemand die dit doel al heeft behaald?
Als je een antwoord krijgt: “ik weet het niet”, ook al varieer je je vragen, gebruik dan: “stel je eens voor dat je het toch zou weten; wat zou het dan zijn? Wat zou je dan horen dat je tegen jezelf zegt, wat zou je dan zien?
Als je een negatief geformuleerd antwoord krijgt, bijvoorbeeld: “Ik wil me niet meer boos voelen”, vraag dan: “wat wil je in plaats van je niet meer boos te voelen?”
Een belangrijke NLP-vooronderstelling is: “Iedereen heeft alle hulpbronnen in zich om de gewenste resultaten te bereiken”. Jouw taak als NLP’er is om deze hulpbron te activeren, bijvoorbeeld door het veranderen van de context: in welke situaties heb je wel zelfvertrouwen?
Naast het verzamelen van informatie is het belangrijkste doel van het vragen stellen om het bewustzijn en denken van de persoon richting te geven.
DEEL 4: AS IF / DOEN ALSOF
Als je regelmatig een antwoord krijgt als “ik weet het niet” of “geen idee”, ga je eerst de formulering van je vragen variëren of kom je later op dezelfde vraag terug. Als dit niet helpt, kan een ‘As If frame’ nuttig zijn: “stel je eens voor dat als je het toch zou weten, wat zou het dan zijn? Wat zou je dan horen dat je tegen jezelf zegt, wat zou je dan zien?”
Het “As If” frame is een proces waarbij een individu of groep zich gedraagt alsof het gewenste doel al is bereikt, of alsof het individu of de groep doet alsof het een andere persoon of entiteit is. Het “As If” frame is een krachtige manier om je perceptie van de wereld en van gewenste doelen te vergroten.
Daarbij helpt het om weerstand en beperkingen binnen het eigen wereldmodel te overbruggen. Je laat de beperkingen van de realiteit los en gebruikt op een functionele wijze jouw fantasie. Op deze manier gaat je voorbij aan grenzen van persoonlijke voorgeschiedenis, beperkende overtuigingen en het ego. Het ‘zelf’ wordt weer gezien als een proces in plaats van een rigide nominalisatie. Zoals Milton Erickson zei: “You can pretend anything and master it”.
DEEL 5: PLAN
Maak stap voor stap een plan om het doel te bereiken. De voorwaarden voor een goede vormgeving van het doel:
- uitgedrukt in positieve termen
- binnen de controle van het individu
- zintuiglijk waarneembaar (zowel de doelstelling als de stappen er naar toe)
- in de gepaste context gezet
- ecologisch
- meer dan één manier om het doel te bereiken