TIJDLIJNEN
Wanneer je minder functionele emoties bij je draagt die door het verleden zijn versterkt, dan is er de mogelijkheid om door middel van het werken met een tijdlijn deze emotie los te koppelen van de ervaringen.
Hierdoor wordt de herinnering neutraal beleefd. Er is dus een gevoel van onprettige emoties die gekoppeld zijn aan een bewuste of onbewuste herinnering, welke vervolgens worden losgekoppeld.
Naast het werken met tijdlijnen in het verleden kun je ook in de toekomst werken. Bijvoorbeeld bij het behalen van doelen, het nemen van beslissingen en het veranderen van gedrag.
Voorbeeld van een Gestalt (een koppeling van emoties) De eerste gebeurtenis (S.E.G. – Significante Emotionele Gebeurtenis).
SCRIPT TIJDLIJN
PROCEDURE:
Na de gebeurtenis…
1. “Zweef omhoog boven jouw tijdlijn. Je merkt dat dit je, nu je dit al vaker hebt gedaan, steeds makkelijker afgaat. Je zweeft hoger en hoger en alles wat onder je ligt wordt steeds kleiner en minder belangrijk. Zweef dan het verleden in naar positie 1 met betrekking tot de allereerste gebeurtenis. Die gebeurtenis ligt nu schuin onder je. Merk de gebeurtenis op en waar de emoties zijn.”
Boven de gebeurtenis…
2. “Zweef nu door naar positie 2. Je bent nu recht boven de gebeurtenis, je kijkt dus neer op de gebeurtenis. Merk op waar de emoties zijn en bewaar de positieve leerervaringen, datgene wat belangrijk is om geleerd te hebben van deze gebeurtenis en bewaar dat maar op dat speciale plekje dat je hiervoor hebt. Het plekje waar al die bijzondere leerervaringen zijn bewaard, soms bewust en soms onbewust, en beide is prima. Jij weet tenslotte dat je erop kunt vertrouwen dat je onbewuste alles wat belangrijk is om ervan te leren bewaart, zodat je weet dat je het in de toekomst altijd nog een keer kunt gebruiken, mocht dat nodig zijn.”
En het is ook goed om aan je onbewuste te vragen “draag ik nog iets bij me, met betrekking tot de emotie (noem de naam van de emotie waar je mee werkt – backtracking!) wat niet van mij is maar van iemand anders uit mijn systeem van herkomst (bijvoorbeeld opa, moeder). Als je onbewuste aangeeft dat dit inderdaad het geval is, neem dit dan mee als leerervaring.”
Optioneel: emotie is niet van mijzelf
Als iemand aangeeft dat datgene wat hij bij zich draagt m.b.t. de emotie waar je mee werkt, die niet van de persoon is, maar van iemand uit het systeem van herkomst, ga dan als volgt door: Zweef verder achterwaarts het verleden in, naar de tijdlijn die behoort tot de persoon uit jouw systeem van herkomst, van wie je iets bij je draagt m.b.t. de emotie … (noem de naam van de emotie waar je mee werkt) die niet van jou is.
En terwijl je hoog boven de tijdlijn blijft en beneden de persoon ziet, zeg je tegen die ander “wat ik hier bij mij draag aan (noem de emotie) is niet van mij, maar van jou. Ik heb het lang met mij mee gedragen en als het oké is, dan zou je zelfs kunnen zeggen dat ik dat uit liefde heb gedaan. Ik heb het nu niet meer nodig, het hoort namelijk bij jou en niet bij mij. Ik geef het aan je terug.” Datgene wat je hebt meegedragen m.b.t. de emotie (noem de emotie) kun je nu terug geven, in de vorm van een symbool.
Merk maar op dat de ander het nu aanneemt en zegt “het hoort inderdaad niet bij jou, dit hoort bij mij. Het is oké dat ik het nu weer heb en laat het alsjeblieft bij mij”. Als je daarmee klaar bent kom je weer terug naar positie 3 met betrekking tot de allereerste gebeurtenis. Eventueel kun je als de persoon weer terug is bij de allereerste gebeurtenis vragen of de emotie volledig verdwenen is.
Vóór de gebeurtenis…
3. Als je zover bent, zweef dan naar de positie 3, zo’n 15 tot 20 minuten voordat de gebeurtenis plaatsvond. Draai je nu om, de gebeurtenis ligt nu schuin en onder je. Kijk kritisch in de richting van het nu, waar is de emotie? Is de emotie echt helemaal verdwenen?
Antwoord Nee?
“Ga nog verder het verleden in naar de eerdere situatie waar deze emotie een rol speelde…” -> en verder vanaf stap 2
Antwoord Ja? Door naar stap 4 en verder
4. (Testmoment – optioneel) Laat je nu in de gebeurtenis zakken, in de 4e positie. Stap in jezelf, kijk door jouw eigen ogen en check de emotie. Is de emotie er nog of is het nu verdwenen.
Oké, kom dan maar terug naar de derde positie
ONVOORWAARDELIJKE BRON VAN LIEFDE
5. Voeg hier boven het hoofd de oneindige bron van liefde toe. Laat de energie uit de bron binnenkomen via een opening in jouw hoofd en laat jouw lichaam helemaal volstromen. Laat die stroom van liefde via jouw hart naar buiten stralen en vul hiermee jezelf in de tijdlijn, net zo lang totdat je weer helemaal geheeld bent.
Kom nu terug over de tijdlijn, zo snel als je over de lijn van toen naar het nu, alle (noem de emotie) van de gebeurtenissen kunt laten gaan, neem steeds de derde positie in, dus steeds 15 tot 20 minuten voor de gebeurtenis plaatsvindt. Bewaar de leerervaringen en laat de (noem de emotie) gaan. Doe dit de hele weg terug naar het nu en misschien merk je zelfs dat de emotie is verdwenen. (Als het Subject terug is) Laat je nu naar beneden zakken en in het nu komen, terug deze ruimte in.
BREAKSTATE
6. Test (zodra de subject in het hier en nu is) Je mag nu even je ogen dichtdoen en kun je een gebeurtenis uit het verleden herinneren waar je in staat was om die oude emotie te voelen. En ga daar maar naar terug en merk op of je het kunt voelen. Kom maar weer terug naar het nu.
7. Ga naar de toekomst (subject is in het hier en nu) Ik wil dat je de toekomst in gaat en naar een onbepaald moment gaat, waarin je , als dit in jouw verleden gebeurd zou zijn je (noem de naam van de emotie) zou hebben gevoeld en merk op of je die oude emotie kunt vinden… Misschien ontdek je dat je het niet kunt. Oké? (geef de tijd om de toekomst in te gaan. Laat eventueel ook naar een verder moment in de toekomst gaan, dus situatie 2).
Goed, kom maar terug naar het nu.
Belangrijk op positie 3:
· Zorg ervoor dat de subject op positie 3 staat. Zeg er dus duidelijk bij waar positie 3 is en dat de subject hoog boven de tijdlijn blijft.
Wees er zeker van dat Subject boven de allereerste gebeurtenis is: Vraag bijvoorbeeld: “Vraag aan je onbewuste of je voor de allereerste gebeurtenis bent met betrekking tot (naam van de emotie)”. Of is er nog een gebeurtenis met betrekking tot deze emotie die eerder plaatsvond. Ga dan nu terug voor de allereerste gebeurtenis.